Hobbits, ook wel halflingen genoemd, zijn veel kleiner dan mensen, waardoor ze op kinderen lijken. Ze hebben haar op hun voeten en dus dragen ze nooit schoenen. Hobbits houden van eten, drinken en tabak, maar wat voor hen het belangrijkste is, is een vredig en rustig leven. Ze hebben wel zes maaltijden per dag, en ze geven de voorkeur aan simpel eten zoals brood, vlees, aardappelen en paddenstoelen.

Vroeger woonden ze in keurig ingerichte holen onder de grond, maar de meeste nieuwe hobbithuizen zijn gewone houten huizen boven de grond. Sommige oude huizen, zoals Balingshoek, het huis van de hobbit Bilbo Balings, zijn nog wel onder de grond. Hobbits leven in hun land de Gouw, een mooie groene streek in het noordwesten van Midden-aarde.

Onder de heerschappij van koning Elessar (Aragorn) werd de Gouw weer een deel van het rijk Arnor. De koning had de mensen echter verboden de Gouw te betreden, om de rust van de Hobbits niet te verstoren.

 

Dwergen zijn kleiner en zwaarder gebouwd dan mensen. Ze leven ook een paar honderd jaar langer. De Dwergen zijn geen goede vrienden met de Elfen,
omdat zij in uiterlijk zo weinig op hen lijken. Vroeger konden Elfen en Dwergen het beter met elkaar vinden, vanwege hun gemeenschapelijke liefde voor ambachtskunst en het maken van juwelen. Een oorlog in de Eerste Era bracht daar echter verandering in.
Ze
hebben hun eigen taal die het Khuzdûl wordt genoemd.

Ze wonen onder de grond. Daar maken ze prachtige zalen van steen. Dwergen zijn beroemd om hun smeedkunst en ambachtswerk. Hun favoriete wapen is de bijl. Ze kunnen prachtige juwelen maken, maar hun kostbaarste grondstof is niet goud of zilver, maar mithril, dat sterker is dan staal, maar zo licht als een veertje. Dit kan echter alleen gevonden worden in Moria, het dwergenrijk dat is ingenomen door orks.

Vele andere volkeren van Midden-aarde denken dat er geen Dwergenvrouwen zijn, omdat ze er nooit een zien. Sommige denken dat er wel Dwergenvrouwen zijn, maar dat je ze niet kunt herkennen omdat ze zo veel op de  Dwergenmannen lijken. Het zou natuurlijk ook kunnen dat de Dwergenvrouwen gewoon nooit reizen.



De Elfen zijn de mooiste wezens van Midden-aarde. Ze lijken op Mensen, maar zijn veel mooier en wijzer. Hun lichaam verouderd niet als zij ouder worden. Sommige Elfen hebben haren die eruit zien als
geweven zilver of gesponnen goud, terwijl andere donkere haren hebben.
Elfen zijn onsterfelijk en kunnen alleen sterven in oorlog of van verdriet. Ze houden van de natuur en kunnen goed met dieren omgaan. Veel Elfen hebben een hekel aan Dwergen, omdat zij in uiterlijk zo weinig op hen lijken. Vroeger konden Elfen en Dwergen het beter met elkaar vinden, vanwege hun gemeenschapelijke liefde voor ambachtskunst en het maken van juwelen. Een oorlog in de Eerste Era bracht daar echter verandering in.

De oudste Elfen komen uit Valinor, ook wel de onsterfelijke landen genoemd, en mogen daar wanneer ze willen naar terugkeren. De belangrijkste woonplaatsen van Elfen in Midden-aarde zijn Rivendel en Lothlorien. Dankzij de magische elfenringen van Elrond en Galadriel blijven deze plaatsen mooi en verdorren de planten er nooit. Door de vernietiging van de Ene Ring verliezen ook deze ringen hun kracht, waardoor hun landen langzaam vervallen. De Elfen die daar leefden trokken naar de Grijze Havens, waar ze een schip namen naar Valinor, om nooit meer naar Midden-aarde terug te keren.



De Mensen zijn in aantal het grootste volk van Midden-aarde. Ze planten zich veel sneller voort dan Elfen of Dwergen. Mensen zijn, in tegenstelling tot de Elfen, sterfelijk en gevoelig voor ziekte. Ze zijn veel gemakkelijker te verleiden door het kwaad dan Elfen, omdat ze veel meer naar macht verlangen.

De belangrijkste woonplaatsen van mensen zijn het land Gondor, met als hoofdstad Minas Tirith, en het land Rohan, met als hoofdstad Edoras. Het land Gondor was vroeger enorm groot en machtig, maar was in de loop der tijden in verval geraakt, aangezien er geen koning was. Aan het einde van de Derde Era kwam er weer een koning, Aragorn Elessar, en werd Gondor weer een machtig land.



De tovenaars, ook wel Istari genoemd, waren Maiar die door de Valar naar Midden-aarde waren gezonden om tegen Sauron te strijden en de volkeren van Midden-aarde goede raad te geven. Het was hen verboden om met Sauron samen te spannen of hun macht voor slechte dingen te gebruiken.

Er waren vijf tovenaars: Saruman de Witte, Radagast de Bruine, Gandalf de Grijze en Alatar en Pallando de Blauwe Tovenaars.

Saruman de Witte was duidelijk de leider en de machtigste. Hij was vanaf het begin jaloers of Gandalf, omdat hij van Cirdan een van de drie elfenringen kreeg. Een van zijn grootste en gevaarlijkste talenten was zijn stem, waarmee hij andere gemakkelijk kon misleiden. Saruman ging in Isengard wonen, waar hij een Palantir vond. Via deze Palantir kwam hij in contact met Sauron en uiteindelijk sloot hij zich bij hem aan.

Radagast hield van de natuur en verloor alle interesse in de mensen. Hij werd de beschermer van de dieren.

Over Alatar en Pallando, de Blauwe Tovenaars, weten we bijna niets. Zij gingen naar het Oosten, en niemand weet wat er van hen geworden is.

De laatste tovenaar, Gandalf de Grijze, was de enige die zijn missie uitvoerde.

 

De Enten zijn een heel oud ras. Ze lijken zeer veel op bomen. Enten hebben hun eigen taal, het oud-Ents. Het duurt heel erg lang om iets te zeggen in deze taal. De Enten vinden alle andere wezens van Midden-aarde haastig, omdat ze zelf overal heel erg lang de tijd voor nemen.

Ze wonen in het woud Fangorn. Enten kunnen niet sterven van ouderdom, maar sommige enten stoppen met bewegen als ze oud worden en lijken dan op een doodgewone boom.

De Enten houden zich niet bezig met de oorlogen van mensen, maar aan het eind van de Derde Era slagen de hobbits Merry en Pippin er in de Enten over te halen Isengard, de woonplaats van Saruman, aan te vallen. Saruman had zijn Orks de opdracht gegeven bomen uit Fangorn om te hakken, en hierdoor waren de Enten woedend.

In de Derde Era waren er nog maar weinig Enten over. Omdat ze de Entvrouwen kwijt waren, konden ze zich niet meer voortplanten.